Jouw gezondheid doet er toe!
Tijdens de EGR introductieavond waarop het thema ‘waarden’ centraal staat had een cursist ‘gezondheid’ opgenomen in zijn top drie van waarden. Om de één of andere reden verraste deze keuze mij.
[Dit artikel liever als pdf lezen? Klik hier]
Gezondheid leek me een zo voor de hand liggend feit. Het is wat het is. Iets dat eerder een basisgegeven is in het leven, dan een innerlijke overtuiging dat je bewust nastreeft. Laat staan dat je dat gezamenlijk doet. Maar nu las ik vandaag over de profeet Elia en dat heeft me op andere gedachten gebracht over gezondheid en het christelijke leven. In dit artikel wil ik je meenemen naar dat verhaal en de betekenis ervan voor onze kijk op gezondheid.
Het zalven van zieken is belangrijk
Het eerste wapenfeit van Elia is zijn profetie tegen de goddeloze koning Achab (875-854 v.Chr.): ‘Zo waar de HEER leeft, de God van Israël, in wiens dienst ik sta, de eerstkomende jaren zal er geen dauw of regen komen tenzij ik het zeg.’ Met deze woorden, in de loop van de tijd opgevat als een gebed, kondigde Elia een droogte aan die een flinke tijd zou gaan duren (18:1).
Zonder de Brief van Jakobus in het Nieuwe Testament denk ik niet dat iemand deze gebeurtenis zo gauw zou koppelen aan het thema gezondheid. Toch is dat voor ons vanzelfsprekend geworden. Want Jakobus gebruikte het gebed van Elia om zieke broeders en zusters aan te moedigen om de ziekenzalving te ontvangen. Dat een zieke de oudsten vraagt om hem of haar te zalven en samen in geloof te bidden voor genezing (Jak. 5:14-18). Hiermee legde Jakobus een bijzonder, maar ook verrassend verband tussen Elia’s gebed en de omgang met ziekte in de gemeente van Christus.
Hoe belangrijk is gezondheid?
Het zalven van en bidden met een broeders of zuster voor heelheid in het lichaam is een bijzonder moment. Kostbaar is het om samen te ervaren dat God nabij is. Echter, de ervaring leert dat ziekenzalving niet automatisch leidt tot genezing in het lichaam.
Toch lijkt genezing het door Jakobus beoogde resultaat met ziekenzalving te zijn. Want hij schrijft: ‘Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen.’ (Jak. 5:16). Wat de NBV vertaalt met ‘dan’, en andere vertalingen met ‘opdat’, is in de grondtekst het Griekse woord hopōs. Door dit woordje te gebruiken lijkt Jakobus er zonder voorbehoud vanuit te gaan dat zonden belijden en bidden in geloof leidt tot genezing.
Hier wordt verschillend mee omgegaan door christenen. Wat Jakobus in elk geval laat zien is dat gezondheid een waarde is die in de christelijke gemeente zonder schroom mag worden nagestreefd. Dat er met het belijden van zonden en bidden voor genezing in geloof er ook de verwachting mag zijn dat God heel maakt. Ook wanneer er lijden door ziekte is.
Maar… hoe kan het dan dat ook christenen ‘gewoon’ ziek worden, net als ieder ander? En wat doet dat met ons ideaal van gezondheid?
De strijd tussen de HEER en de afgod Baäl
Om Jakobus goed te begrijpen moeten we terug naar het verhaal van Elia. Als je bestudeert wat daar gebeurd, dan ontdek je dat het gebed van de profeet om regen om iets veel groters gaat. Elia leeft en werkt ten tijde van koning Achab – de slechtste koning tot dan toe in Gods ogen (1Kon. 16:30).
Cruciaal in zijn koningschap over het volk van de HEER is dat Achab de afgod Baäl centraal stelt. Dit laat de Here God niet over Zijn kant gaan. Hij roept Elia om door hem Zijn ongeëvenaarde macht en aanspraak op Israël te tonen. In het kader van die geestelijke strijd laat God Elia profeteren dat er een grote droogte komt over het land. Ernstig, aangezien regen cruciaal is voor de oogst.
"Laat u er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielen en te vereren wat de HEER, uw God, voor de andere volken op aarde heeft bestemd. Want u bent door de HEER uitgekozen en uit de smeltoven van Egypte weggehaald om hem als Zijn eigen volk toe te behoren, zoals nu het geval is." - Deut. 4:19-20
Hiermee slaat de Heer twee slagen:
- Baäl blijkt niet die macht te hebben die hem wordt toegekend als zonne- en regengod. Door een langdurige droogte – Jakobus spreekt van 3,5 jaar – te laten vallen maakt de Here God duidelijk wie daadwerkelijk over de Schepping beschikt.
- Het Hebreeuwse woord ba’al kent ook de betekenis ‘heer’ of ‘bezitter’. Door de Baäl te vereren belijdt koning Achab dus ook een andere god dan JHWH als de enige godheid aan wie het volk Israël toebehoort. Door de krachtige bediening van Elia maakt de Here God echter duidelijk dat het volk wel degelijk Hem alleen toebehoort en dat Hij niet toestaat dat het volk uit Zijn hand wordt gerukt (Zie o.a. Deut. 4:10-20 en 1Kon. 8:51-53).
Elia’s gebed dat het niet zou gaan regenen stond dus volledig in het teken van de strijd tussen Gods heerschappij over de Schepping en het volk Israël en Achabs afgoderij aan Baäl. Gods overwinning werd bekrachtigd met een flinke hoosbui. Deze kwam nadat God Zijn soevereiniteit ontegenzeggelijk had gedemonstreerd op de berg Karmel in het ‘offerduel’ tussen Elia en de Baälpriesters (1Kon 18).
Het lichaam als geestelijk conflictgebied
Jakobus had met gemak een andere geloofsheld uit het Oude testament kunnen aanhalen om de kracht van het gebed te benadrukken. Toch koos hij voor Elia. Met deze keuze plaatst Jakobus onze gezondheid in de context van de geestelijke strijd tussen God en Satan.
De moderne Nederlander zou die link tussen gezondheid en geestelijke strijd misschien niet zo snel leggen. Maar voor de eerste christenen is dat niet vreemd. Johannes getuigt bijvoorbeeld hoe Jezus heeft gezegd dat de Here God woning zal maken bij wie Hem liefheeft (Joh. 14:23). En Paulus maakt duidelijk dat de zowel de christelijke gemeenschap, als ook het lichaam van de individuele gelovigen een tempel vormen waar Gods Geest in woont (1Kor. 3:16-17 en 6:19-20). Oftewel, ook het lichaam doet ertoe voor God (zie 1Tes. 5:23).
"Moge de God van de vrede zelf uw leven in alle opzichten heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept is trouw en doet Zijn belofte gestand." - 1Tes. 5:23-24
We kunnen dus concluderen dat ook onze gezondheid een ‘terrein’ kan worden waar de machten van de duisternis de heerschappij van God betwist en aanvalt (zie bijvoorbeeld 1Kor. 11:30). Ik schrijf nadrukkelijk kan. Want de Bijbel leert ons niet dat ziekte en ander lijden dat een lichamelijke bron heeft – denk bijvoorbeeld aan hersenafwijkingen – per definitie het directe gevolg zijn van het kwaad in deze wereld. Met andere woorden: ziekte wordt niet alleen maar veroorzaakt door de machten van de duisternis.
Sterk staan in de geestelijke strijd: gezondheid doet er toe!
De geschiedenis van Elia en de toepassing van Jakobus op de ziekenzalving bepalen ons er bij hoezeer gezondheid ook voor ons als christenen een waarde mag zijn die ertoe doet. Als kerk mogen we daarom niet uit het oog verliezen dat aantasting van gezondheid ook het gevolg kan zijn van geestelijke strijd (zie ook 1Kor. 11).
Bij het schrijven van dit artikeltje moet ik weer denken aan die keer dat ik na de dienst werd benaderd door een stokoude zuster. Ze vroeg gebed voor haar pijnlijke rug. Ze ondervond er behoorlijk wat hinder van. Zoveel ervaring met bidden voor zieken had ik nog niet. Dus ik begon wat voorzichtig. Pastoraal zou je zeggen. Want ze was tenslotte iemand op zeer hoge leeftijd, dus wat kon je eigenlijk verwachten? Na wat gehakkel onderbrak ze mijn gebed en maande me respectvol aan: “Broeder, je moet de Here bidden dat Hij mijn rug geneest.” Hoe het daarna met haar rug is gegaan heb ik niet meer gehoord. Maar zij was voor mij een groot getuige van iemand die Jezus’ heerschappij zichtbaar maakte onder lichamelijk moeilijke omstandigheden. Jezus geeft de overwinning (1Kor. 15:57)!
De realiteit van een gekneusd, beschadigd of disfunctioneel lichaam kan keihard zijn. Maar dat is niet de enige kant van de realiteit. De andere kant is namelijk dat de Here God betrokken is. Zowel vanuit Zijn liefde voor de zieke, als vanuit Zijn soevereiniteit als enige rechtmatige Godheid van de Schepping. Daarom is het een zeer goede zaak wanneer we de Heer zoeken voor de overwinning in ons lichaam. Die overwinning komt in het besef dat de Heer regeert in de gebrokenheid van ons bestaan en ons een nieuw, volmaakt lichaam zal geven (1Kor. 15:51-57, 2Kor. 5:1-5).
Geschreven door Nicolas Pouyet